Emergentie, Fysicalisme, Supervenientie

Afstudeerscriptie Wijsbegeerte Universiteit Utrecht, 20 april 2001, Gerrit van Dalfsen

Hoe is leven en geest te relateren aan materie? Dat is de vraag die voorligt, sinds de laatste 150 jaar het een geaccepteerd standpunt is dat geest en levenskracht geen aparte substanties zijn naast de materiële, en dat het niet aangaat om voor het verklaren van leven en geest terug te vallen op het veronderstellen van een godheid. Dit standpunt wordt materialisme genoemd, met als centrale these dat leven en geest voortkomen uit materie. Met dat standpunt ligt evenwel levensgroot de vraag op tafel hoe dan leven en geest gerelateerd zijn aan materie.

Ten aanzien van deze vraag zijn er twee standpunten te onderkennen: Het ene standpunt is het Fysicalisme. Dit stelt dat processen van leven en geest uiteindelijk als fysische processen zijn te verklaren. Het andere standpunt is het Emergentisme. Dat stelt dat leven en geest weliswaar voortkomen uit fysische, maar niet te reduceren zijn tot fysische processen.

De scriptie geeft een kort historisch overzicht over het emergentisme. De basisthese van het emergentisme is: Een emergente eigenschap van een geheel W (stel W = R(A,B,C), waarbij A, B en C delen zijn die samen in relatie R het geheel W vormen), is niet af te leiden van de eigenschappen van de delen A, B en C alleen (dus zonder R); en ook dat R niet is af te leiden uit de eigenschappen van de delen A, B en C. Emergente eigenschappen volgen eigen, emergente wetten , die specifiek zijn voor het betreffende niveau van emergentie, en die niet af te leiden zijn van wetten van lagere niveaus van emergentie, of uiteindelijk van fysische wetten.

Het fysicalisme stelt dat er geen andere wetten zijn dan fysische wetten. Het fysicalisme heeft een aantal argumenten opgeworpen, die moeten aantonen dat de argumentatie van het emergentisme intern strijdig is. Een van de argumenten van het fysicalisme is gebaseerd op het uitgangspunt van de causale geslotenheid van het universum. Dit houdt in dat er geen causatie bestaat die niet zelf veroorzaakt is. Het dilemma dat de fysicalisten opwerpen is dan: óf emergentie causatie is uiteindelijk fysische causatie, en in dat geval is er geen emergente causatie, óf er is emergente veroorzaking zonder zelf veroorzaakt te zijn, en dat is in strijd met het uitgangspunt van de causale geslotenheid van het universum.

De fysicalistische positie wordt in de scriptie onderzocht. Aangetoond wordt dat het causatie-argument alleen opgaat bij een atomistische veronderstelling. Het atomisme stelt dat er kleinste deeltjes zijn, als dragers van fysische eigenschappen. In de scriptie wordt een argument opgebouwd dat het atomisme niet houdbaar is: Het atomisme stelt dat alles uiteindelijk uit kleinste deeltjes bestaat. Kleinste deeltes zijn, vanwege het feit dat ze ondeelbaar zijn, niet in staat gemeenschappelijke structuren te vormen. De door ons kenbare wereld bestaat uit gehelen die bestaan in gemeenschappelijke structuren van delen. Daarom, in de ons kenbare wereld bestaan geen kleinste deeltjes. Evenwel, als er geen kleinste deeltjes bestaan, dan zijn ook de microfysische deeltjes en hun fysische eigenschappen van emergente aard, en is er geen reden emergente fysische eigenschappen een andere status te geven dan emergente eigenschappen van andere gehelen.

Een tweede arugument tegen de fysicalistische positie is dat de relatiestructuur R, die het geheel vormt, conjunctieve relaties (en-relaties) uitdrukt tussen de delen van het geheel. Conjunctieve relaties zijn niet terug te brengen tot alleen de delen, zonder het geheel te verliezen. Emergente eigenschappen zijn verbonden met precies de relatiestructuur R. In wetmatigheden betreffende emergente eigenschappen zal R (of een generalisatie daarvan) ook voorkomen. Nu kan gedacht worden om R als theorema toe te voegen aan de fysicalistische theorie. Maar met die toegevoegde theorema's worden worden nu juist concepten en wetmatigheden over bijvoorbeeld chemische of biologische eigenschappen toegevoegd aan fysicalistische theorie, waardoor we het geen fysicalistische theorie meer kunnen noemen.Dus als we fysicalistische theorie in fysicalistische zin willen blijven opvatten, kan niet alles wat er is beschreven worden met fysicalistische theorie.

Met het afwijzen van het fysicalistische argument, blijft echter de vraag bestaan hoe leven en geest te relateren aan materie. Het emergentisme ontloopt deze vraag, door eenvoudig te stellen dat emergente eigenschappen niet reduceerbaar zijn. Ook in het latere reductie/non-reductiedebat is er geen behoefte en geen bereidheid bij non-reductionisten om op deze vraag in te gaan. Men is tevreden met de these dat eigenschappen van leven en geest niet reduceerbaar zijn tot fysische eigenschappen. Op dit punt wordt in de scriptie gepoogd een stap verder gegaan. Het emergentisme stelt dat van een geheel R(A,B,C) de relatiestructuur R niet afgeleid kan worden uit de eigenschappen van A, B en C alleen. Dat is correct. Met R wordt een conjunctieve relatie tussen de delen toegevoegd. R kun je niet afleiden uit de eigenschappen van de delen, R kun je wel toevoegen. Het emergentisme stelt dat R als volstrekt onvoorspelbaar uit de lucht komt vallen. Op die stelling is af te dingen.

Op grond van de delen en hun eigenschappen zijn vele relatiestructuren R mogelijk. Op grond van 'slim proberen', of bruut proberen, is het construeren van stabiele relatiestructuren R in een aantal gevallen mogelijk. In simpele gevallen kan R een artificiële, lineaire, door mensen gemaakt structuur zijn. In natuurlijke gevallen is R vaak een attractor, een soort limiet van het overall-gedrag van een verzameling 'chaotisch' interacterenden delen. Bij het (re)construeren van een relatiestructuur R van een geheel is het essentieel niet alleen vanuit de delen van dat geheel te werken, maar geheel gelijktijdig te bezien in zijn relatie naar andere gehelen. De relatiestructuur R -die het geheel afgrenst- is een ordening van de delen van het geheel binnen het spanningsveld van een omgeving met andere gehelen. Het ontstaan van een emergentieniveau moet niet gedacht worden vanuit de samenstelling van een enkel nieuw geheel, maar vanuit een soort kristallisatie van een veld delen, dat zich gelijktijdig in een aantal typen gehelen verdicht.

De conclusie van de scriptie is dat de these van het emergentisme op hoofdlijnen houdbaar is, en dat het fysicalisme afgewezen moet worden, maar dat er tevens theoretische relaties gelegd kunnen worden tussen emergente eigenschappen van gehelen (niet los te zien van de interactiestructuur van gehelen), en de eigenschappen van de delen die die gehelen in een relatiestructuur R vormen. Vertalend naar de openingsvraag van de scriptie: leven en geest zijn niet te beschrijven in uitsluitend fysicalistische termen. Leven en geest zijn verbonden aan emergente relatiestructuren die als niet-fysische concepten beschreven moeten worden. Evenwel kunnen er theoretische relaties gelegd worden tussen eigenschappen van leven en geest, en de relatiestructuur van delen, die het geheel vormen met de betreffende levens- en geesteseigenschappen.

p.s.
Superveniëntie wordt in de scriptie behandeld omdat het een rol speelt bij het causaliteitsargument, het speelt echter een ondergeschikte rol in het emergentisme - fysicalisme debat.

p.s.(2)
Als er geen kleinste deeltjes bestaan, dan rijst de vraag: 'wat is dan het eerste ?' Als dat niet deeltjes kunnen zijn, en relaties voorwaarde zijn om gehelen te kunnen vormen, dan moeten 'relaties' het eerste zijn. 'Relaties', nog zonder deeltje is denkbaar als veld. Dus kandidaat voor 'het eerste' is een veld. Deeltjes kunnen dan gedacht worden als verdichtingen, of knopen, of opgerolde plooien in een veld.

Over Gandalf Productions

Gandalf Productions is een containeraanduiding voor activiteiten en voortbrengselen (producties) van Gandalf. 

Gandalf maakt graag mooie dingen. Daarbij de eisen volgend van de Romeinse ingenieur Vitruvius:

Utilitas: het moet bruikbaar zijn;
Firmitas: het moet constructief in orde zijn;
Venustas: het moet mooi zijn.

Gandalf is een soort van anagram van Gerrit van Dalfsen.

Contact

Locaties:  Rotterdam en Kootwijk