Handboek gegevensmodellering
Innovatieprojecten rond bedrijfsprocessen hebben betrekking op vernieuwingen en veranderingen in het Product, Productiemiddel, Proces, Organisatie en informatieSystemen : 3PGOS.
Gegevens zijn essentieel voor de besturing van de 3P's en de communicatie daarover door medewerkers en systemen.
Gegevens zijn waar geachte uitspraken over feiten en gebeurtenissen. Die uitspraken worden gevormd door gegevensdefinities en vastgelegd in administraties.
We willen, dat onze administraties effectief en efficiƫnt zijn.
Effectief:
- feiten en gebeurtenissen worden in de vorm van eenduidige gegevens vastgelegd.
- de gegevens worden correct gepresenteerd.
- de gegevens sluiten aan op de informatiebehoeften van de medewerkers in de processen.
Efficiƫnt:
- de ICT systemen die de administraties ondersteunen zijn doelmatig in gebruik.
- het beheer van de gegevenshuishouding is eenvoudiger (en daarmee goedkoper) door een grotere flexibiliteit.
Voor het ontwikkelen van de gegevensdefinities die deze eisen effectueren maken we gebruik van de gegevensmodelleringscyclus. Aansluitend bij de fasering van innovatieprojecten doorlopen we een aantal modelleringsstappen.
Daardoor hoeven we in een vroeger stadium nog geen beslissingen te nemen die op dat moment nog onvoldoende onderbouwd kunnen worden (bijvoorbeeld over de inrichting van een database).
En in een later stadium van het project kan de aandacht juist op de database inrichting gericht worden, zonder dat de ontwerpers zich hoeven te bekommeren over afbakening en semantiek van gegevens, die vanuit de eerdere modelleringsstappen zijn aangeleverd.
De modelleringscyclus bestaat uit de volgende stappen:
- Afbakening van de Relevante Werkelijkheid (RW).
Dit heeft tot doel het afbakenen van het gebied dat van belang is voor bijvoorbeeld een project. Het model geeft antwoord op de vraag:
Voor welk deel van het bedrijf moeten we de gegevenshuishouding gaan ontwikkelen? - Het Ontologisch Model (OM).
Dit heeft tot doel binnen het afgebakende gebied de kernobjecten vast te stellen waarover gegevens gevormd moeten worden. Het ontologisch model geeft antwoord op de vraag:
Over welke objecten kunnen (en zullen) we gegevens vastleggen? - Het Semantisch Gegevensmodel (SGM).
Dit heeft tot doel de processpecifieke relaties tussen objecten binnen een bedrijfsproces te beschrijven. Het geeft antwoord op de vraag:
Wat leggen we over de relevante werkelijkheid vast? - Het Logisch Gegevensmodel (LGM).
Dit heeft tot doel te bepalen op welke de wijze de gegevens in de administraties gerepresenteerd zullen worden. We willen antwoord op de vraag:
Hoe leggen we gegevens vast? - Het Fysiek Gegevensmodel (FGM).
Dit model tenslotte heeft tot doel te bepalen welke technische hulpmiddelen gebruikt kunnen worden bij de gegevensopslag. Het geeft antwoord op de vraag:
Waarmee leggen we gegevens vast?
Elk van deze modellen geeft antwoord op een specifieke vraag. Het is dus niet zo, dat een model een detaillering is van het voorgaande model.
Gekoppeld aan de fasering van Innovatieprojecten toont volgend schema welke modelleringsstappen in welke projectfase plaatsvinden.