Afbakening van de Relevante werkelijkheid
Wat bedoelen we met De Relevante Werkelijkheid ?
Bij het starten van een nieuwe activiteit zoals een business project moeten keuzen gemaakt worden over welke deel van het bedrijf (de bedrijfsvoering) erdoor geraakt wordt. Het kan bijvoorbeeld gaan om een bepaald onderdeel van het bedrijf of een actie gericht op een klantengroep. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen het gebied waarop een project veranderingen mag doorvoeren en de omgeving waarbinnen de soll-situatie moet (blijven) passen. Het geheel hiervan noemen we de Relevante Werkelijkheid:
- Relevant, omdat die onderwerpen worden benoemd die van belang zijn voor het project;
- Werkelijkheid, omdat we de bedrijfsprocessen in de werkelijkheid dan wel geplande werkelijkheid beschouwen en niet de gegevensvasteggingen.
Voor een project zal de afbakening van de relevante werkelijkheid in principe geschieden op de plattegrond die door de architectuur is getekend. Voor het aspect gegevens houdt dit in, dat een project een afbakening binnen het bedrijfsobjectmodel (BOM) zal maken.
Het uitgangspunt voor deze afbakening in het innovatieproces is de productwensenbeschrijving (PWB). De afbakening van de relevante werkelijkheid geschiedt in samenspel met de Productspecifieke Invulling (PSI) door de procesontwikkelaars. Het resultaat van de afbakening, het veranderingsgebied binnen de Relevante werkelijkheid, vormt input voor de impact analyse en uiteraard voor het verdere modelleringstraject.
Ook afbakening op andere aspecten
De afbakening van de relevante werkelijkheid is niet voorbehouden aan gegevensmodellering. In dit handboek zullen we ons echter beperken tot de aspecten van het afbakenen van de relevante werkelijkheid die bepalend zijn voor de gegevensmodellering. Daarbij moet je je natuurlijk wel realiseren, dat deze afbakening consistent dient te zijn met de totale afbakening van het project. In deze afbakening zul je de volgende onderdelen mogen verwachten:
- een contextdiagram: hierin wordt aangegeven hoe de resultaten van het project in het bedrijf passen. De te ontwikkelen bedrijfsactiviteit wordt als black box getekend, met daaromheen de bedrijfsactiviteiten waarmee het zaken uitwisselt: zijn klanten, zijn leveranciers, ook voor de ondersteunende zaken, en zijn externe besturing;
- een Productspecifieke Invulling (PSI): hiermee wordt beschreven, welke functies in het veranderingsgebied worden uitgevoerd en hoe deze functies naar processen worden vertaald. De PSI is een startmodel voor de procesbeschrijving;
- een afbakening in de technische productie infrastructuur (TPI): beschreven wordt welke delen daarvan betrokken zijn bij het project.
Deze afbakeningen worden vanuit de gegevensmodellering aangevuld met een beschrijving van de Relevante Werkelijkheid: een opsomming van de objecten uit het Bedrijfsobjectmodel die binnen het project vallen. Deze selectie kan goed gemaakt worden met behulp van het contextdiagram. In de techniekparagraaf wordt uitgelegd hoe je dat kunt doen.
Verder lezen: