Het begrip "objecttype"

Het ontologisch model verschaft de gegevensmodelleur inzicht in de gespreksonderwerpen binnen het aandachtsgebied. Onder de gespreksonderwerpen verstaan we de afzonderlijke objecten waarover gegevens worden vastgelegd, bijvoorbeeld de individuele printplaten. Dat zijn er nogal wat. Omwille van het overzicht nemen we daarom onze toevlucht tot het groeperen van deze individuele objecten in een beperkt aantal verzamelingen. Dit groeperen gebeurt zelfs spontaan. Het is bij mensen een aangeboren vaardigheid die de basis vormt voor taalverwerving. Het vindt al plaats voordat we over zoiets als ‘printplaten’ kunnen spreken. Door de individuele objecten te groeperen, zijn ze binnen de eigen groep ook gemakkelijk te benoemen. We praten bijvoorbeeld over ‘de factuur van Van de Vijver van september jl.’.

Het inzicht in de objecten ontstaat dus door de soorten objecten binnen het aandachtsgebied te inventariseren en te definiëren. Wat wordt bedoeld met het definiëren van een soort? Het definiëren van de betekenis van een begrip komt neer op het beschrijven van het ‘ding’ in de werkelijkheid, dat door het begrip wordt aangeduid. Begrippen duiden dus dingen in de werkelijkheid aan.

Zo duidt Rotterdam in een gegeven context de grootste havenstad van Nederland aan, en Joke iemand die daar geboren is. Een definitie van het woord Rotterdam moet dus zodanig zijn, dat alle gebruikers van dat woord aan de hand daarvan kunnen bepalen welk ding in de werkelijkheid ermee wordt aangeduid.

Dat lijkt niet al te moeilijk. Maar wat is de betekenis van bijvoorbeeld printplaat of stoel of huwelijk? Wat voor een ding wordt daarmee aangeduid? Printplaat is een begrip waarmee een soort wordt aangeduid. Bij soorten maakt men vaak onderscheid tussen de extensionele betekenis en de intensionele betekenis van de soortnaam.

Met extensionele betekenis bedoelen we de verzameling van alle dingen die door de soortnaam worden aangeduid. De extensionele betekenis van het begrip printplaat, het ding wat ermee wordt aangeduid, is dan de verzameling van alle printplaten. Twee personen hanteren dezelfde betekenis van het begrip als ze daarbij dezelfde verzameling voor ogen hebben. Strikt genomen bestaat die verzameling van moment tot moment echter uit andere elementen. Toch hebben we niet het gevoel dat het begrip printplaat van dag tot dag een andere betekenis heeft.

De intensionele betekenis van een begrip komt aan dit bezwaar tegemoet. Met de intensionele betekenis bedoelen we de wijze waarop vastgesteld wordt of iets wel of geen printplaat is. De intensionele betekenis van het begrip printplaat, het ding wat ermee wordt aangeduid, is dus het geheel van eisen waaraan iets moet voldoen om een printplaat te zijn.

Ook aan deze definitie van ‘betekenis’ kleeft echter een bezwaar. Soms is het niet duidelijk dat twee ogenschijnlijk verschillende begrippen – dat wil zeggen: met een verschillend geheel van eisen – toch dezelfde verzameling van dingen definiëren.

Verschillend en toch hetzelfde.

Stel, we definiëren ‘premgetal’ als een natuurlijk getal dat: priemgetal is en groter dan drie is en kleiner dan 20 is. Een ‘primgetal’ daarentegen definiëren we als een natuurlijk getal dat: oneven is en groter dan drie en kleiner dan 20 en niet deelbaar is door 3. Dan hebben premgetal en primgetal een verschillende intensionele betekenis, ze zijn op een verschillende wijze gedefinieerd, de eisen waaraan moet worden voldaan zijn verschillend. Ze duiden echter wel allebei dezelfde verzameling getallen aan; ze hebben dus dezelfde extensionele betekenis.

Wat is nu de relevantie van het onderscheid tussen intensionele betekenis en extensionele betekenis? Bij het vastleggen en gebruiken van gegevens zijn de gedefinieerde soorten vooral van belang als hulpmiddel bij het herkennen van objecten. Met het oog daarop bedoelen we met de betekenis van een soort, de intensionele betekenis. Een soort identificeren we met de beslissingsprocedure waarmee je bepaalt of iets wel of niet tot die soort behoort. Als niettemin twee ogenschijnlijk verschillende beslissingsprocedures wel steeds dezelfde uitkomst geven, dan definiëren ze voor ons toch hetzelfde begrip. In die zin zijn ‘premgetal’ en ‘primgetal’ dus synoniemen.

Als we in het ontologisch model een definitie geven van een objecttype, dan definiëren we dus hoe je ondubbelzinnig kunt bepalen of een gegeven object wel of niet tot de gedefinieerde soort behoort. Dit noemen we de bruikbaarheidseis van een definitie. De definitie stelt je in staat ‘soortgenoten’ te herkennen, zonder ze overigens alle afzonderlijk te kennen. We beschouwen de termen objectsoort en objecttype als synoniemen. De begrippen ‘verzameling’ en ‘soort’ hebben een nauwe relatie met elkaar. Bij elke soort behoort op een bepaald moment de verzameling van dingen die tot die soort behoren. Omgekeerd kun je bij een verzameling een soort definiëren met als beslissingscriterium het wel of geen deel uitmaken van die verzameling.

Er zijn dus twee manieren om een soort te definiëren.

In het achtergrondartikel over definiëren verdiepen we dit onderwerp.

Verder met soorten eigenschappen van objecten