Start- & Finishkastjes Technische beschrijving

0. Inhoudsopgave

1. Inleiding

Dit document geeft een technische beschrijving van de Gennepermolen Start- & Finishkastjes.

2. Systeemopzet

Figuur 1 - Systeemoverzicht Start/Finish kastje

2.1 Globale werking

*) 35 Gemiste IR-pulstreintjes komen overeen met 29,5 ms. Bij een snelheid van de vaarder van 3 m/s ofwel 3 mm/ms is dat een onderbreking van 29,5*3= 88 mm

2.2 Toestandsdiagram Startkastjes

De drie onderdelen van de Startkastjes staan tamelijk los van elkaar. De IR-Signaalverwerking en de Startnummer verzending hoeven niet aangesloten te zijn. De Tijdpuls wordt dan gegenereerd via een handknop.

Onderstaand diagram toont de toestandsbeschrijving van de drie functionele onderdelen van de S/F-kastjes.

Figuur 2 - Toestandsdiagram S/F kastje

Toelichting

De onderdelen kennen eigen toestanden, die wel aan elkaar gekoppeld zijn:

1. In de normale toestand is het IR-signaal aanwezig, is de S/F-lijn stand by en is de startnummerverzending stand by (de grijze hokjes). In deze toestand kunnen er IR-signaal interrupts optreden, doordat bijvoorbeeld een vaarder door de IR-lijn vaart. Zolang de S/F-lijn niet actief is, wordt dit niet als een start of finish aangemerkt.

2. Wanneer een startnummer wordt aangevraagd, dan wordt dit verstuurd naar de Tijd-PC. De Tijd-PC valideert het startnummer. Als het startnummer niet OK is, dan geeft de Tijd-PC een alarm. De Tijd-PC operator zoekt (telefonisch) contact met de starter, en na het vaststellen van de oorzaak van het alarm kan de Tijd-PC operator een resetpuls sturen ('Startpost Resetten'), waarna de startnummerverzending in de stand by komt. Als het startnummer OK is, dan wacht de Tijd-PC tot het startinterval is verlopen, en geeft dan een berichtpuls.

3. De berichtpuls brengt de startnummerverzending in de toestand 'vaarder mag weg', en dit maakt de S/F-lijn aktief.

4. De vaarder vaart door de S/F-lijn en dit genereert een IR-signaal interrupt. Dit IR-signaalinterrupt is nu start of finish, en doet een Tijdpuls afvuren naar de Tijd-PC. Na afloop van de tijdpuls komt het Startkastje weer in de standby toestand.

5. In de IR-signaal-aanwezig toestand wordt een slechte kwaliteit van het IR-signaal door de rode Led en een bijpassend geluidssignaal aangegeven.

(Het finishkastje heeft geen startnummerverzending. De S/F-lijn detectie wordt met de handknop geactiveerd.)

2.3 Signalen en alarmen

Zie schema [ 8]: Signalering

De S/F kastjes kennen een aantal signaleringen die informatie geven over de toestand van het kastje. De signaleringen betreffen led's (lampjes) en een buzzer. De volgende led's zijn beschikbaar:

Toestand groene led rode led witte led buzzer
Standby,
IR signaal ok
uit uit uit uit
IR weak uit een knipper per weak puls uit een piep per weak puls
IR enable (= IR geactiveerd) knippert 1 Hz uit uit piept 1 Hz
IR enable AND
NOT IR present
uit brand gedurende IR onderbreking uit piept gedurende IR onderbreking
NOT IR present AND NOT IR enable uit brand gedurende IR onderbreking uit uit
IR inhibit AND
IR present
(IR test mode)
knippert 4 Hz knippert 4Hz uit uit
IR inhibit AND
NOT IR present
(IR test mode)
uit brand constant uit uit
Transmit startnummer uit uit knipper per verstuurd byte, daarna constant tot "mag weg" uit

2.4 Hulp bij het uitrichten van de IR-ogen

Bij het installeren en uitlijnen van de IR-lijn kan de S/F-detectie in test-mode gezet worden door twee keer de S/F-lijn aktiveringsknop te bedienen. Als het IR-signaal verschijnt gaan afwisselend de rode en groene led branden, het bijpassend geluidsignaal is uitgeschakeld. Door voor de derde maal de S/F-aktiveringsknop te bedienen komt de S/F-detectie weer in de stand by toestand.

2.5 Opvang bij Systeemuitval

Wanneer er technische problemen zijn met de S/F-detectie of met de IR-signaalverwerking, dan kan de IR-ontvanger afgekoppeld worden. Starts en finishes kunnen dan handmatig geklokt worden met de knop sw2 van het kastje, die direct op de tijdpuls generator doet starten.

Als de startnummerverzending mocht uitvallen, dan kan het startnummer via de telefoon naar de Tijd-PC operator doorgegeven worden, en kan de startlijn handmatig met knop sw3 van het startkastje geactiveerd worden.

Er zijn twee startkastjes en één finishkastje beschikbaar. De S/F-detectie zijn voor de start- en finish kastjes gelijk. Wanneer het finishkastje uitvalt, dan kan het reserve-startkastje aan de finish geplaatst worden. Als het startkastje uitvalt, dan kan het reserve-startkastje aan de start geplaatst worden. Bij het uitvallen van de startnummerverzending moet de opgave van de startnummers per telefoon naar de bediener van de Tijd-PC worden doorgegeven, die het daar via het toetsenbord kan invoeren.

3. Beschrijving van de onderdelen

3.1 IR Zender

Zie schema [ 1]: IR-Transmitter.

De IR-zender geeft elke 0,842 milliseconde een treintje van 4 pulsjes van 26 us (38 kHz). Op deze wijze wordt zuinig met de voedingsbatterijen omgegaan.

De zender wordt gevoed met 4*1,5 v batterijen. Met 4* mignon 1100 mAh werkt de zender meer dan 31 uur.

De zender en batterijkastje zijn twee componenten, verbonden met een snoer van enige lengte. De zender wordt in een richtopstelling op de wateroever geplaatst.

3.2 IR Ontvanger

Zie schema [2]: IR-Receiver.

De IR-ontvanger bevat de IR-sensor. (Sharp GP1U5, IR-ontvanger van TV afstandsbediening uit 1990). Deze is ingebouwd in PVC-pijp. De ontvanger wordt in een richtopstelling geplaatst om de IR-lijn goed uit te kunnen richten. De ontvanger is met een kabel verbonden met het S/F kastje. De ontvanger zet het pulstreintje van de zender om in één langere puls die naar de IR-Signaalverwerking in het S/F kastje wordt gestuurd.

3.3 Start & Finish kastje

3.3.1 IR-Signaalverwerking

Zie schema [7]: IR Start/finish detectie.

De achterflank van IR-pulsen zet elke 0,842 milliseconde de teller U11 op nul. Wanneer IR-pulsen ontbreken, dan telt de teller door.

Wanneer er één IR-puls meer dan 0,08 ms te laat is, komt een indicator 'IR-weak' op. Dit wordt gesignaleerd met een knippersignaal op de rode led, en op de buzzer. Door het ontvangen van gereflecteerd zonlicht op het water kan de IR-ontvanger soms een IR-pulstrein niet goed herkennen. Dit uit zich als het nu en dan geven van een licht piepje op de buzzer. IR-weak wordt met de schakeling rond U34 zodanig gemanipuleerd dat hij ook als hij kort duurt goed herkenbaar wordt.

Het IR-signaal kan zwak zijn door een lege batterij bij de zender, door een te grote afstand tot de zender, door slechte uitlijning of door IR-ruis vanwege ingestrooid zonlicht. Daardoor komen de pulsen met wisselende (ongedefinieerde) afstand binnen.

Wanneer 35 pulstreintjes ( 29,5 ms) gemist worden, dan valt de indicator 'IR-present' af en stopt de teller met tellen.

Bij het afvallen van IR-present gaat de rode led branden en wordt de buzzer geactiveerd.

Er is nu sprake van een IR-interrupt die wordt doorgegeven naar de S/F-detectie. Met behulp van een jumper kan de tijd voor een IR-interrupt ook ingesteld worden op 17 pulstreintjes (14,5 ms), of 70 pulstreintjes (59 ms).

Komen na de interrupt weer IR-pulstreintjes binnen, dan resetten deze de teller weer en komt de 'IR-present' indicator weer op.

3.3.2 S/F Detectie

Zie schema [6]: SFpost2

De S/F-Detectie is een deelschakeling die als inputs heeft:

en die als output geeft:

wanneer de IR-Interrupt optreedt ten tijde dat de S/F-lijn aktief is.

In de S/F detectie wordt de S/F-lijn actief door het bedienen van de S/F-lijn- aktiveringsknop (sw3), of door een opdrachtpuls van de Tijd-PC. Wanneer vervolgens de vaarder door de IR-lijn vaart, geef dit een IR-interrupt die de tijdpuls generator (U46) doet starten.

Wanneer de S/F-lijn geactiveerd wordt, terwijl er op dat moment geen IR-signaal aanwezig is (gesignaleerd door IR-Present is laag) is, dan komt het kastje in de testmode. Zolang het IR-signaal afwezig is, knipperen de rode en groen led afwisselend. De normale, stand-by toestand wordt weer bereikt door nogmaals de S/F-lijn activatieknop te bedienen.

Deze toestand van geen-IR-signaal kan optreden doordat tijdens het activeren van de S/F-lijn er een vaarder op de S/F-lijn ligt, of omdat de ogen niet meer goed uitgelijnd zijn omdat ze een tik gekregen hebben. Als het probleem van geen-IR-signaal is opgelost, kan vanuit de stand-by toestand opnieuw de S/F-lijn geactiveerd worden door nogmaals de S/F-activatieknop te bedienen.

Wanneer de S/F-lijn is geactiveerd door de startnummerverzending, en het bovenstaande IR-alarm treedt op, dan kan dit alleen via de S/F-lijn-activatieknop gereset worden. De S/F-detectie komt dan weer in de stand-by toestand. Deze reset kan niet met een PC-opdrachtpuls gedaan worden.

3.3.3 De Tijdpulsgenerator

Zie schema [6]: SFpost2

De tijdpulsgenerator is opgebouwd rond de teller U46. Wanneer er een S/F gedetecteerd is (d.w.z. een IR-interrupt tijdens een geactiveerde S/F-lijn), dan geeft de tijdpulsgenerator een tijdpuls van 0,237 sec door naar de Tijd-PC, via een 20mA current loop. Aan de PC-zijde zit een opto-coupler en flipflop waarmee de eerste flank van het signaal naar de PC wordt doorgegeven.

In de stand-by toestand van de S/F-detectie is Q9 van de counter U46 hoog. Er loopt dan geen stroom over de lijn naar de Tijd-PC. Via U27B en U22A blokkeert Q9 het doorgeven van de klokpuls naar de counter. Daardoor is de counter gestopt toen Q9 hoog werd.

Komt er een IR-Interrupt, dan gaat de Q van de flipflop U44B hoog, deze reset de counter naar nul, waardoor Q9 laag wordt. Q9 laag laat de klokpulsen op de counter toe, waardoor deze 256 klokpulsen van 0,924 ms telt (is 0,237 sec) voordat Q9 weer hoog gaat. Gedurende de tijd dat Q9 laag is, loopt er stroom door de current loop naar de Tijd-PC die in de interface schakeling naar de Tijd-PC wordt omgezet in een RS232-signaal.

De tijdpuls deactiveert de S/F-lijn, en na afloop van de tijdpuls komt de S/F-Detectie weer in zijn stand-by toestand.

Via de hand-S/F knop (sw2) kan altijd een tijdpuls getriggerd worden, of de S/F-lijn nu wel of niet is geactiveerd. De handknop wordt gebruikt bij close-finish. De eerste finish vindt dan via de IR-lijn plaats, en de tweede finish via de hand-S/F-knop. Bij ploegen finishen 3 vaarders. De laatste vaarder bepaalt de finishtijd. Het komt regelmatig voor dat de laatste twee vaarders bijna gelijktijdig de finishlijn passeren. Daarom wordt bij ploegen standaard gefinished met de hand-S/F knop. Opgepast! Tijdens het verzenden van een tijdpuls naar de Tijd-PC is de S/F-detectie niet gevoelig voor de hand-S/F knop. Als een tweede finish te close is, kan deze gemist worden. (Dit is tot nu toe nog niet voorgekomen).

3.3.4 Startnummerverzending

Zie schema [5]: SFpost1

Vanuit het startkastje kun je het te starten startnummer doorgeven naar de Tijd-PC. Om het startnummer op te geven zijn drie duimwielschakelaars beschikbaar. Deze zijn gekoppeld aan twee 8-bits schuifregisters (U5 en U6).

Onderstaand schema beschrijft de inhoud van de twee schuifregisters:

Figuur 3 - Inhoud schuifregisters

Na het 'aanvragen van het startnummer' door het bedienen van schakelaar sw1 komt de Startnummer verzending in de toestand Transmit Startnummer. Counter U4 produceert klokpulsen met een frequentie van 67,7 Hz, waarmee de inhoud van de schuifregisters met een snelheid van 68 bps op de PC-lijn wordt gezet. Dit gaat byte-gewijs. Het byte wordt voorafgegaan door één startbit. Daarmee wordt een RS232-conform transportbyte verstuurd. De hex dummy hex is in het start- en in het finishkastje verschillend. Daarmee kan de tijdcomputer de kastjes onderscheiden. Dit wordt momenteel niet toegepast.

Figuur 4 - Opbouw RS232 transportbyte

Het tijddiagram onder beschrijft de tijdsvolgorde van de diverse toestandsindicatoren tijdens het versturen van de eerste byte.

Figuur 5 - Tijddiagram versturen van een byte

Toelichting:

Tijdens de eerste klokpuls worden de schuifregisters parallel geladen, dan volgen 8 klokpulsen waarmee 8 bits worden doorgeschoven. Daarna komt er nog een 10-e klokpuls. Daarop mogen de schuifregisters niet schuiven. Dit wordt voorkomen door een inhibit tijdens de 10-e klokpuls. (De 10-e klokpuls is nodig om dat anders het 8-e bit een halve klokpuls tekort zou komen. Nu duurt het 8-e bit een halve klokpuls langer.)

De counter U4 stopt na 10 klokpulsen. Daarmee wordt precies één byte verstuurd. Het volgende byte wordt pas verstuurd nadat de Tijd-PC een berichtpuls terug heeft gestuurd.

Tijdens het versturen van het tweede byte is de schuifregister inhibit ook hoog tijdens het startbit, waardoor het schuifregister tijdens ook het startbit niet schuift.

Het startnummer wordt twee keer verzonden. Daardoor wordt er vier keer een byte naar de Tijd-PC verstuurd. Elk byte wordt bevestigd door een opdrachtpuls van de Tijd-PC. Het twee keer versturen van het startnummer is mogelijk doordat de uitgang van het tweede schuifregister (U5) aan de ingang van de eerste (U6) verbonden is, zodat de inhoud van de schuifregisters wordt rondgeschoven. Na twee bytes doorschuiven is de situatie van de geladen duimwielschakelaars weer bereikt. De transmissie is correct als beide ontvangen startnummers gelijk zijn.

Onderstaand sequentiediagram beschrijft de communicatie tussen S/F-kastje en Tijd-PC tijdens de startnummerverzending.

Figuur 6 - Sequence diagram startnummerverzending

Als de Tijd-PC constateert dat beide ontvangen startnummers gelijk zijn, dan stuurt de Tijd-PC na de vierde byte een vierde berichtpuls, waarna de Startnummerverzending in de toestand 'mag weg' komt.

Constateert de Tijd-PC dat beide startnummers niet gelijk zijn, dan geeft de Tijd-PC een alarmsignaal en wordt de boodschap “transmissiefout” geprint. Er komt geen signaal 'mag weg'. De Tijd-PC operator moet eerst met een resetpuls het startkastje resetten ('reset startpost'), waarna het startkastje in de standby toestand komt. Het startnummer moet dan opnieuw aangevraagd worden.

De deeltoestanden tijdens 'Transmit startnummer' worden in de counters U37A en U37 bijgehouden.

U37A telt de verzonden bytes, U37B telt de ontvangen berichtpulsen.

  U37A U37B  
Trigger QA QB QC QA QB QC Omschrijving toestand

0

0

0

0

0

0

Stand by

Snr aanvraag

1

0

0

0

0

0

startnummer byte 1 verstuurd

berichtpuls 1

0

1

0

1

0

0

startnummer byte 2 verstuurd

berichtpuls 2

0

1

1

0

1

0

startnummer byte 1 opnieuw verstuurd

berichtpuls 3

1

0

0

0

1

1

startnummer byte 2 opnieuw verstuurd

berichtpuls 4

1

0

0

1

0

0

'mag starten'

resetpuls of tijdpuls

0

0

0

0

0

0

Stand by


3.3.5 Tijd-PC berichtpuls verwerking

Over dezelfde lijn waarover de startnummers verstuurd worden, geeft de Tijd-PC berichtpulsen terug. Het startkastje verwerkt deze berichtpulsen alleen als het niet bezig is met het versturen van een startnummer (TRM laag). Dit voorkomt dat de berichtpuls-verwerking van het S/F-kastje de startnummers op de PC-lijn ziet.

Er zijn twee soorten Tijd-PC bericht, een 'message puls' (MP) en een 'resetpuls' (RP). De MP wordt gebruikt om het volgende startnummerbyte op te vragen. De RP wordt gegeven via het commando 'reset startpost' op de Tijd-PC. De RP wordt gebruikt om het startkastje weer in de standby toestand te brengen nadat:

- een transmissiefout is opgetreden (de twee gestuurde startnummers zijn niet gelijk),

- de starter een startnummer heeft aangevraagd dat al eerder gestart is,

- de starter alsnog een ander startnummer wil starten dan het aangevraagde.

Met de teller U3 en de componenten eromheen wordt aan de hand van de lengte van de berichtpuls van de Tijd-PC bepaald of het een MP of een RP is. Op de uitgang van U13B staat een kort pulsje dat het begin van de berichtpuls aangeeft. Deze reset en start de teller U3. Op de uitgang van U14A staat een kort pulsje dat het einde van de berichtpuls aangeeft. Afhankelijk van bij welke tellerstand dit eindpulsje valt, is de berichtpuls een MP of een RP.

Als het eindpulsje bij de tellerstand Q11Hoog en Q10Laag valt (tussen de 60 en 90 ms), dan is de berichtpuls een MP (75 ms). Als het eindpulsje bij de tellerstand Q12Hoog, Q11Laag en Q10Laag valt (tussen de 120 en 150 ms), dan is de berichtpuls een RP (135 ms). Anders gezegd, een korte berichtpuls is een MP, een lange berichtpuls is een RP.

3.4 Koppelkastje

Het koppelkastje heeft de volgende functionaliteiten:

Figuur 7 - Functioneel schema koppelkastje

Zie schema [3] koppelkastjev2

Zie Startpostdriver documentatie voor de softwarematige communicatie met het koppelkastje.

4. Hardware opbouw

4.1 Opbouw S/F-kastjes

Er zijn één finishkastje en twee startkastjes beschikbaar. Het finishkastje heeft wel IR-signaalverwerking en S/F-detectie maar geen startnummerverzending. De twee startkastjes hebben IR-signaalverwerking, S/F-detectie en startnummerverzending.

De kastjes zijn in stevige behuizing gebouwd en zijn te bedienen vanaf het frontpaneeltje.

Figuur 8 - Frontzijde Startkastje

De bedieningsorganen liggen verdiept in het frontpaneel. Daardoor zijn ze minder kwetsbaar. Ook geeft dit een duidelijk scheiding tussen de bedienings functies. Alleen de knop voor de tijdpuls is een drukschakelaar. Daarmee is getracht het aantal bedieningsfouten te beperken.

Op de achterzijde van de kastjes zitten de connectors voor aansluiting van de bekabeling. Deze zijn voorzien van schroefhulzen, zodat connectors niet los kunnen raken .

Figuur 9 - Connectors op achterzijde startkastje

De kastjes worden gevoed met 4*1,5 batterijen, R14 (mignon). De batterijen zijn via een deksel in de achterwand van het kastje te verwisselen.

4.2 Voeding

Het kastje krijgt batterijvoeding wanneer de Tijd-PC connector wordt ingeplugd. In de Tijd-PC-connector zit een doorverbinding tussen pin 3 en pin 4, waarmee de batterijspanning op de voedingslijn wordt gezet.

De IR-ontvanger krijgt zijn voeding via connector con3 uit de voedingslijn uit het S/F-kastje. In con3 zit ook een doorverbinding tussen pin 4 en pin 5, die de voeding van de rode led koppelt en die de aktiveringstoestand mogelijk maakt.

Als de IR S/F-lijn onbetrouwbaar is wordt de IR-ontvanger afgekoppeld. De aktiveringsknop kent dan maar 2 toestanden: standby en een continue buzzertoon ten teken dat de IR-ontvanger niet is aangesloten. De toestand S/F-lijn aktief vervalt in dit geval.

Met IR-ontvanger gekoppeld trekt het Startkastje gemiddeld 20 mA. Daarmee kan het circa 50 uur op een batterijlading werken met batterijen van 1100 mAh. (Afhankelijk van de tijd dat de led’s aan zijn. De minimum spanning waarop het start-/finishkastje werkt is 4 V.

Bij daling van de voedingspanning tot 4,8 Volt valt de IR ontvanger uit, wat op de gebruikelijke wijze gesignaleerd wordt door buzzer en rode led. Verdere afname van de spanning veroorzaakt startnummertransmissie fouten. Bij nog verder daling komen de tijdpulsen niet meer foutloos in de Tijd-PC. Er is bewust gekozen voor batterijen (i.p.v. oplaadbare) omdat bij deze de spanning geleidelijk afneemt en ze een grotere capaciteit hebben. Bovendien worden ze maar een paar keer per jaar gebruikt. Op twee meetpunten op de RS232-Aanpasser kunnen de batterijspanningen van het Start- en Finishkastje gemeten worden.

4.3 Koppelkastje

Het koppelkastje bevat 2 pluggen om start en finish op aan te sluiten; een D9 plug voor rs232 naar de TijdPC en een Din 5 270 plug om de start en finishpulsen naar de Timy te brengen. Het koppelkastje wordt gevoed met 5 V vanuit de Timy ( m.n. nodig voor de rs232 aanpasser).

Figuur 10- Foto koppelkastje

4.4 Circuit-Constructietechniek

De electronische schakelingen in de kastjes zijn opgebouwd met met proefprinten met aardvlak en zonder printsporen en met doorgemetaliseerde gaten. De draadjes zijn gelijktijdig met de aansluitpootjes van de IC’s in één bewerking gesoldeerd.

5. Aanvullende opmerkingen

  1. Het startkastje kent ook nog de toestanden 'to slow' / 'keep time' (na 5-e message puls) en 'speed up' (na 6-e message puls). De bedoeling daarvan is de starter een signaal te geven bij het uitlopen op het tijdplan, dat hij sneller moet starten. Tot dusverre wordt van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
  2. Theoretisch kun je de beginpuls of de eindpuls van een message of reset puls missen (als de negatieve flank van clk8 op U44A samenvalt met een flank van de berichtpuls). In beide gevallen wordt er dan geen MP of RP gegeven. Nog na te vragen hoe de Tijd-PC reageert wanneer hij een messagepuls verstuurt en geen startnummer byte terugkrijgt
  3. De bitrate van 68bps geen standaard RS232 bitrate. In het allereerste startkastje met startnummer transmissie met de HP 85 is deze bitrate gekozen met het idee dat een lage frequentie minder storingsgevoelig is.
  4. Het is in principe mogelijk de startnummerverzending ook aan de finish te gebruiken. Het startnummer dat zojuist gefinished is kan daarmee naar de Tijd-PC gestuurd worden. De TimeCol software op de Tijd-PC kan op dit moment echter geen finish-startnummers verwerken.

 

6. Referentie documenten

nr Document versie,datum, auteur
1 IR-Transmitter Apr 2003, Anton vd Kop, irtrans4.jpg
2 IR-Receiver Sep 2002, Anton vd Kop, irreceiver.jpg
3 Koppelkastje v2 Mei 2007, Anton vd Kop, koppelkastjev2.gif
4 Finish kastje, S/F-lijn detectie & verzenden Jul 2003, Anton vd Kop, irsfpost.jpg
5 Startkastje, startnummer verzenden Jul 2003, Anton vd Kop, sfpost1.jpg
6 Startkastje, S/F detectie Jun 2003, Anton vd Kop, sfpost2.jpg
7 IR Start/finish detectie Jun 2003, Anton vd Kop, irfront.jpg
8 Signalering Dec 1997, Anton vd Kop, int_sgn.jpg

Wijzigingshistorie

datum versie omschrijving
Aug2007 1.2 Beschrijving koppelkastje opgenomen
23Feb2006 1.1 Signaleringsparagraaf toegevoegd
15Feb2006 1.0 eerste html versie, 2-e review Anton verwerkt