Richtlijnen voor de formulering van definities

  1. Het definiëren van specialisaties
  2. De betekenis is niet de naam
  3. Precisie
  1. Bevestiging en ontkenning
  2. Kringdefinities
  3. Kort en bondig
  4. Volledigheid
  1. Ambigu woordgebruik
  2. Enkelvoud
  3. Woordverwantschap
  4. Synoniemen
  5. Gangbaar woordgebruik

De duidelijkheid, bruikbaarheid, acceptatie en het onderscheidend vermogen van definities worden in belangrijke mate bepaald door de manier waarop ze geformuleerd worden. Er bestaat geen recept dat in alle gevallen werkt, maar we kunnen wel een aantal richtlijnen geven. Als je deze richtlijnen volgt zullen je definities aan kwaliteit winnen. Bedenk, dat de acceptatie ook vooral door de wijze waarop de definities tot stand komen wordt bepaald. Besteed naast de formulering dus ook voldoende aandacht aan het modelleringsproces.

Bij de beoordeling van de richtlijnen dien je te bedenken, dat een definitie en daarmee een voorbeeld alleen geldig is binnen een bepaalde context. Argumenten tegen een definitie dienen altijd binnen de context gevonden te worden.

Soms zijn voorbeelden om een richtlijn duidelijk te maken enigszins karikaturaal gesteld. Hierdoor kan het voorkomen dat het betreffende voorbeeld in minder dan gewenste mate aan andere eisen voldoet. Neem ze dus niet al te letterlijk.

Omdat definities vooral bij het objectmodel van belang zijn, zijn in de voorbeelden de conventies van het objectmodel gevolgd, met de aanpassing, dat de objecttypen vet gedrukt (in plaats van in klein kapitaal) zijn weergegeven.

Het definiëren van specialisaties

Een veel voorkomende vorm van definiëren is door aan te geven dat het te definiëren begrip een deelverzameling van een ander betreft. Je gebruikt dan bij voorkeur de volgende vorm:

Term1 is een term2 met een of meer speciale eigenschappen.

Op deze manier maak je de relatie met de hogere soort direct en inzichtelijk.

Dus niet:

Een leugen is een met uitdrukkelijke bedoeling de aanhoorder te misleiden onware bewering.

Maar bijvoorbeeld:

Een leugen is een bewering die onwaar is en die wordt geuit met de uitdrukkelijke bedoeling om de aanhoorder te misleiden.

In de tweede variant is het onmiddellijk duidelijk, dat het om een soort van beweringen gaat. In de eerste variant is die 'hogere' soort helemaal achteraan geraakt. Dit vraagt (onnodige) extra aandacht van de lezer.

De betekenis is niet de naam

De te definiëren term mag niet in de definitie worden gebruikt. Het is immers de bedoeling de betekenis ervan te verklaren; je gaat er dus van uit, dat de lezer niet weet wat, in de gegeven context, met de term bedoeld wordt.

Dus niet:

Gegevensanalyse is de analyse van gegevens tijdens de ontwikkeling van een informatiesysteem.

Maar bijvoorbeeld:

Gegevensanalyse is een activiteit die gericht is op het definiëren en structureren van gegevens tijdens de ontwikkeling van een informatiesysteem.

Merk op, dat in dit voorbeeld de term ‘gegevens’ als bekend verondersteld wordt. Blijkbaar vergt het lid ‘analyse’ van de samenstelling in deze context de nadere toelichting.

NB: soms krijg je de opmerking, dat een definitie voor een bepaalde term niet nodig is; immers, "de betekenis is volstrekt duidelijk". Zelfverklarende namen bestaan echter niet. Als je een term, bijvoorbeeld een objectnaam, opvoert in een ‘algemeen bekende betekenis’, verwijs dan naar een woordenboek, bij voorkeur de Van Dale, en geef aan, in welke daar genoemde betekenis je de term gebruikt. Als jouw ‘vanzelfsprekende’ betekenis daar niet voorkomt, moet je alsnog definiëren.

Precisie

Een definitie dient precies te zijn, wil aan de discriminatie-eis voldaan te worden. Dit wordt ook door de andere richtlijnen bevorderd. Een aparte valkuil is echter het gebruik van woorden, die ruimte voor interpretatie openlaten. Het betreft dan vooral woorden die een relatieve maat aanduiden, zoals ‘groot’, ‘lang’ en ‘goedkoop’.

Dus niet:

Een voorziening is een beschikbaarstelling van middelen langere duur.

Maar bijvoorbeeld:

Een voorziening is een beschikbaarstelling van middelen aan een klant voor onbepaalde tijd.

Bevestiging en ontkenning

Gebruik in een definitie bij voorkeur geen ontkennende begrippen. De verzameling die je dan aangeeft wordt namelijk bijna altijd groter dan je bedoelt. Zie hetvolgende extreme voorbeeld.

Dus niet:

Een maan is geen ster.

Volgens deze definitie is alles een maan, tenzij het een ster is. Dat zou zelfs gelden voor het koffiebekertje op je bureau. In deze gevallen is er meestal sprake van impliciete kennis. Maak deze expliciet,

bijvoorbeeld als:

Een maan is een hemellichaam dat zich in een baan om een planeet beweegt.

Kringdefinities

Een vaak voorkomend probleem is het gebruik van zogenaamde kringdefinities. Deze zijn het geval, als een term, die in een definitie (A) gebruikt wordt, op zijn beurt gedefinieerd wordt met behulp van de in definitie A gedefinieerde term. Dit laat zich het best uitleggen aan de hand van een voorbeeld:

Een persoon is een rechtspersoon of een natuurlijke persoon.

Een natuurlijke persoon is een persoon die …

Tezamen vormen deze definities een kring, die ertoe leidt, dat onduidelijk is wat onder persoon verstaan wordt. In dit geval kan de kring doorbroken worden door bijvoorbeeld natuurlijke persoon anders te definiëren:

Een natuurlijke persoon is een mens.

Niet in alle gevallen is een kringdefinitie ontoelaatbaar. Een handige manier om dit te toetsen is de te definiëren term te vervangen door de definitie. Als dan een tautologie, of onzin, ontstaat is er sprake van een ongewenste kringdefinitie. Als de nieuwe definitie als zinvol ervaren wordt, is er sprake van een acceptabele kringdefinitie. Zie bijvoorbeeld de volgende definities:

Een debiteur is een persoon waarop een vordering bestaat.

Een vordering is een recht op voldoening van een financiële schuld door een debiteur.

Als we de ‘kringterm’ debiteur vervangen door zijn definitie krijgen we:

Een vordering is een recht op voldoening van een financiële schuld door een persoon waarop een vordering bestaat.

Deze definitie is zinvol, zeker met de aanvulling dat het om dezelfde vordering dient te gaan.

Kort en bondig

Definities zonder franje verdienen de voorkeur boven hun "wollige" tegenhangers. Een definitie behoort te bestaan uit precies een zin. Voorzover nodig kan nadere uitleg als opmerking bij de definitie worden gegeven (bijv. bij het gebruik van multi-interpretabele begrippen of jargon). In het algemeen geldt dat duidelijkheid en eenvoud de voorkeur hebben boven een tot in de perfectie doorgevoerde juistheid.

Dus niet:

Een natuurlijke persoon is een hoogst ontwikkeld, in biologische zin tot de klasse der zoogdieren (genus Homo) behorend wezen, dat zich in het bijzonder door zijn rede en zijn taal van een dier onderscheidt.

Maar bijvoorbeeld:

Een natuurlijke persoon is een mens.

Vanzelfsprekend is een en ander afhankelijk van de rol die bepaalde begrippen in een organisatie spelen. Zo zal een biologisch onderzoekscentrum het eerste, afgekeurde, voorbeeld wellicht nog te onnauwkeurig vinden. Voor de meeste bedrijven echter is het tweede voorbeeld helder genoeg. Men volstaat verder met een verwijzing naar de gangbare betekenis zoals deze is vastgelegd in het woordenboek.

Samengevat: gebruik in een definitie niet meer woorden, dan nodig is voor het goede begrip binnen de gegeven context.

Volledigheid

Je ziet nogal eens een definitie met een onvolledige opsomming er in. Zo’n opsomming wordt dan afgesloten door een woord als ‘enzovoort’ of ‘en dergelijke’, of bevat woorden als ‘normaliter’, ‘doorgaans’ en ‘in het algemeen’.

Dus niet:

Een verbinding is een tot stand gebrachte voorziening waarlangs een telefoongesprek, een datanet-call, e.d. kan plaatsvinden.

Maar bijvoorbeeld:

Een verbinding is een tot stand gebrachte voorziening waarlangs spraak (lees: geluid), beeld of data tussen twee punten kan worden overgedragen.

Ambigu woordgebruik

Het vorige voorbeeld stelt ons in staat nog een valkuil te belichten: het woord ‘kunnen’ als voorbeeld van een meerduidig woord dat vaak niet als zodanig herkend wordt. ‘Kunnen’ kan (!) twee dingen betekenen: in staat zijn en mogelijk zijn. Probeer dit soort woorden te vermijden. In het voorbeeld zou je dit op de volgende manier kunnen doen:

Een verbinding is een tot stand gebrachte voorziening bedoeld voor het overdragen van spraak (lees: geluid), beeld of data tussen twee punten.

Enkelvoud

Bij het definiëren van een term moet je je afvragen wat je precies definieert. In de regel definieer je een type. Zo’n definitie beschrijft een karakteristieke vertegenwoordiger van een verzameling dingen; met name is dit het geval bij objectdefinities. De doelstelling van zo’n definitie is te bepalen wat wel en wat niet tot de gedefinieerde soort behoort. Een andere mogelijkheid is, dat je juist de verzameling als zodanig wil definiëren. Vergelijk de volgende definities:

Debiteuren is een groep personen waarop een vordering bestaat.

Een debiteur is een persoon waarop een vordering bestaat.

Zo geformuleerd bestaat in het eerste geval de vordering op de groep. Waarschijnlijk is dat niet wat in deze definitie bedoeld is.

Een goede vuistregel om dit soort problemen te voorkomen is de te definiëren term steeds in het enkelvoud te gebruiken. Als dan noodzakelijkerwijs termen als ‘verzameling’, ‘groep’ of ‘het geheel van’ in de definitie verschijnen weet je dat je niet het type, maar de verzameling aan het definiëren bent. Vraag je dan af, of dat ook de bedoeling is. Vergelijk bijvoorbeeld:

Een netwerk is een geheel van met elkaar verbonden elementen dat een bepaalde functie vervult.

Een netwerkelement is de inzet van een apparaat in een netwerk.

Nu is een netwerk nog een telbaar iets. Nog duidelijker wordt het onderscheid bij niet-telbare begrippen:

Personeel is het geheel van de medewerkers met wie het bedrijf persoonlijk een arbeidscontract heeft afgesloten.

Een medewerker is een persoon die voor het bedrijf werkzaamheden verricht op basis van een arbeidscontract.

Woordverwantschap

In tegenstelling tot de vormrichtlijnen willen we onder dit kopje een inhoudelijke valkuil in het definiëren onder de aandacht brengen. Je kunt bij het definiëren van een term door de term zelf op het verkeerde been gezet worden. Hoed je voor schijnbare woordverwantschap.

Dus niet:

Een walvis is een vis die ...
Een duimschroef is een schroef die ...
Een rozenboom is een boom ...
Een bloknoot een noot die ...

Maar bijvoorbeeld:

Een walvis is een zoogdier dat ...
Een duimschroef is een martelwerktuig dat ...
Een rozenboom is een struik die ...
Een bloknoot is een boekje dat ...

Synoniemen

Een definitie kan bestaan uit een synoniem voor de te definiëren term. Ons eerdere voorbeeld ‘Een natuurlijke persoon is een mens’ was er zo een. Hiermee moet je voorzichtig zijn. Wil zo’n definitie bruikbaar zijn, dient aan een van twee voorwaarden voldaan te zijn:

  1. het gebruikte synoniem is een algemeen gebruikte en eenduidige term (bijvoorbeeld ‘mens’);
  2. het gebruikte synoniem is zelf wel uitgebreider gedefinieerd.

Gangbaar woordgebruik

In een definitie dien je zoveel mogelijk gebruik te maken van gangbaar woordgebruik. Daarmee bereik je het best, dat definities begrepen en gebruikt worden. Tevens spoor je eventuele fouten eerder op. Immers, bij moeilijke termen is niet altijd duidelijk of de gebruikers van de definitie deze termen juist interpreteren.

Dus niet:

Een natuurlijke persoon is een homo sapiens.

Maar bijvoorbeeld:

Een natuurlijke persoon is een mens.

Als je alle richtlijnen hebt opgevolgd mag het testen van je definities geen problemen opleveren.