Doel van het informatiemodel

Het informatiemodel is ontstaan vanuit de behoefte om de structuur van de gegevenshuishouding in overleg met de organisatie te kunnen maken. Logische gegevensmodellen, veelal gepresenteerd middels entiteitendiagrammen, zijn niet geschikt omdat de gebruiker daarin zijn wereld niet herkent. In een informatiemodel wordt de werkelijkheid wél op een voor de gebruiker herkenbare manier afgebeeld. Daardoor is de mogelijkheid ontstaan om met de gebruiker te communiceren over wat voor gegevens voor hem van belang zijn.

Een informatiemodel is ook niet beperkt tot zogenaamde "basisgegevens". Gegevens die overeenkomen met, of afleidbaar zijn uit andere gegevens, kunnen ook in het model opgenomen worden. Juist dit soort gegevens wordt vaak door gebruikers uitgewisseld met informatiesystemen; de herkenbaarheid voor de gebruikers is hiermee dus gediend.

Doel van het model

Een Informatiemodel (IM) bevat de beschrijving van de gegevens die voor één type functionaris bij het uitvoeren van zijn of haar processen relevant zijn.

Het is mogelijk herkenbare modellen te maken voor het totaal van een project. De geschetste modelleringtechniek staat daarvoor garant. De vraag kan dus rijzen, waarom er ook nog modellen per gebruiker zouden moeten worden gemaakt. Het antwoord daarop is meerledig. Voor verschillende doeleinden levert het informatiemodel een bijdrage aan de kwaliteit van de gegevenshuishouding. We laten ze revue passeren.

  1. Acceptatie
    De acceptatie van een model gaat sterk omhoog, als een gebruiker precies zijn of haar gegevens ziet afgebeeld: niet meer en niet minder. Het overleg met de gebruiker wordt ook heel precies, wanneer je je tot deze gegevens beperkt. Dat draagt ook bij aan het volgende punt.
  2. Kwaliteit
    Een van de grote bronnen van problematische discussies is dat je afstemt met mensen die een onderwerp wel interessant vinden, maar die geen directe betrokkenheid, laat staan verantwoordelijkheid terzake hebben. Meningen worden dan niet getoetst aan de eisen van de praktijk; er ligt ook geen beperking ten aanzien van doorlooptijd of acceptatie. Als je met de mensen overlegt die de gegevens daadwerkelijk (gaan) gebruiken, loop je deze risico’s veel minder. Door met afzonderlijke gebruikers te overleggen over de relevantie en betekenis van gegevens voor henzelf krijg je dus kwalitatief betere uitkomsten. Het gevolg is wel, dat je met verschillende mensen over verschillende gegevens moet overleggen. De volledigheid van je model wordt in hoge mate bepaald door de volledigheid van de lijst van mensen met wie je overlegt.
  3. Overzicht
    Een volledig semantisch gegevensmodel kan erg groot worden. Het is lastig te beoordelen of je alle relevante gegevens verzameld hebt. Door het werkveld op te knippen ben je gemakkelijker is staat de volledigheid te toetsen.
  4. Invulling presentatielaag
    Het informatiemodel levert niet alleen grondstof voor het semantische gegevensmodel. Het dient ook voor de bepaling van de gegevensinhoud van de presentatielaag. Daarin worden immers de gegevens voor specifieke gebruikssituaties weergegeven. Het informatiemodel vormt zo ook een stevig verband met de applicatieontwikkeling.
    Wanneer je je zou beperken tot één semantisch gegevensmodel, heb je geen mogelijkheid de afgeleide gegevens en de afleidingsregels te beschrijven vanuit een gegevensgericht perspectief. Het risico is dan, dat het als algoritme beschreven wordt en in de programmacode verstopt raakt.
  5. Onderhoud
    Tijdens de exploitatiefase van een informatiesysteem zullen regelmatig de informatiebehoeften wijzigen. Veelal zal het gaan om ander gebruik van bestaande gegevens. Om de impact van veranderende informatiebehoeften snel te kunnen beoordelen, is het nuttig te beschikken over het bestaande informatiemodel van de betreffende functionaris en de relatie van de daarin genoemde gegevens met het semantische gegevensmodel.

> lees verder: Afbakening Informatiemodel.