Eisen aan een model
Uitgaande van de definitie kunnen we een aantal eisen formuleren waaraan een goed model dient te voldoen. Daarbij dien bedacht te worden, dat modellen informatieproducten zijn. Je maakt ze niet voor jezelf. De doelgroep ervan, en deze is vaak heterogeen, zal er wat mee moeten kunnen doen. De kwaliteit van een model wordt dus bepaald door de gebruikswaarde van het model. De algemene aan een model te stellen eisen richten zich dan ook met name op die gebruikswaarde.
Omdat modellen over het algemeen op papier of scherm gepresenteerd worden, noemen we degene die het model gebruikt de lezer ervan.
Eisen aan een model
- Het model moet begrijpelijk zijn. De lezer zal voor een groot gedeelte bekend moeten zijn met de gebruikte begrippen. Voorzover dat niet het geval is, zullen deze begrippen moeten worden uitgelegd. Ook de gebruikte representatietechnieken zullen bekend moeten zijn, een simpele legenda kan hier vaak wonderen verrichten.
- Het model moet correct zijn. Beslissingen die op grond van onjuiste informatie worden genomen kunnen desastreus zijn, dus moet wat in het model staat waar zijn. Het model moet een juiste afbeelding van de werkelijkheid zijn zoals wij die beschouwen. Het dient integer te zijn opgezet en geen tegenstrijdigheden te bevatten.
- Het model moet informatief zijn. D.w.z. dat er geen open deuren worden ingetrapt, het moet kennis toevoegen. (Zie ook onze definitie van informatie in het achtergrondartikel over architectuur.)
Wil een model informatief kunnen zijn, dient het falsificeerbaar te zijn. Met dit begrip uit de wetenschapstheorie bedoelen we, dat duidelijk moet zijn onder welke condities een model onjuist is. Als dat niet duidelijk is, is er iets mis met de relatie tussen het model en de beschreven werkelijkheid.
Tevens dient een model niet te algemeen te zijn. Bijvoorbeeld een bedrijfsfunctiemodel dat bestaat uit de functies plannen, uitvoeren en control is misschien wel correct, maar is zo algemeen, dat er nauwelijks een bedrijf te vinden is dat er niet aan voldoet. Het bevat niets nieuws, geen informatie.
- Het model moet bruikbaar zijn. D.w.z. het moet geschikt zijn voor het beoogde doel. Zo zal bijvoorbeeld een uitgebreid en gedetailleerd gegevensmodel van de huidige informatiesystemen niet bruikbaar zijn voor het in grote lijnen aangeven van de gewenste samenhang in de administraties en de toedeling van verantwoordelijkheden voor delen daarvan.
- Het model moet relevant en volledig zijn. Er moet dus niet te veel en niet te weinig in staan. Dit hangt in grote mate samen met de gekozen afbakening. Is de afbakening te smal, dan zal het model onvolledig zijn, is ze te breed dan zullen er irrelevante zaken in staan. Het model is een beschrijving van het systeem. Wat we als systeem beschouwen hangt af van het doel dat we met het model hebben en van het probleem dat opgelost moet worden.
Doelgericht modelleren houdt in dat we rekening houden met deze kwaliteitseisen. Het lijkt een open deur, maar in de praktijk worden te vaak modellen gemaakt, alleen omdat de methode het voorschrijft. Zonder een helder doel als referentiekader verzanden de discussies over het goed of fout zijn van een model ook vaak: de waarheid wordt dan als criterium gebruikt en niet de bruikbaarheid.