Begrippen met betrekking tot tabellen

Elke tabel kent een aantal vaste onderdelen. In het onderstaande plaatje worden deze aangeduid. Vervolgens bespreken we elk der onderdelen.

De tabelnaam

Aan iedere tabel wordt een unieke naam toegekend. Bovenstaande tabel bijvoorbeeld is Medewerker genoemd. Veelal bevat een tabel de beschrijvingen van één primair entiteittype uit het semantische gegevensmodel (zie ook in het stappenplan). De tabel krijgt in die gevallen ook de naam van dat primair entiteittype; dit bevordert de herkenbaarheid.

De tabelnaam maakt zelf geen onderdeel uit van de tabel.

Uit het normalisatieproces om te komen van een semantisch gegevensmodel tot een logisch gegevensmodel zal blijken, dat er tabellen ontstaan voor ‘dingen’, die in het semantische gegevensmodel niet als primair entiteittype zijn onderkend. Voor dergelijke tabellen dienen tijdens dat normalisatieproces namen te worden bedacht.

De tabelrij

In het voorbeeld is te zien, dat iedere rij uit de tabel de gegevens bevat van één medewerker. Je kunt een tabelrij vergelijken met een kaart uit een kaartenbak. Omdat de tabelrij een opsomming bevat van de gegevens van één medewerker (m.a.w. die medewerker beschrijft), wordt een tabelrij ook wel entiteitbeschrijving genoemd.

Het attribuuttype

Een attribuuttype is het soort eigenschap dat van een entiteittype wordt gerepresenteerd. Voorbeelden van attribuuttypen zijn naam, voornaam, afdeling etc. We vinden in het voorbeeld de attribuuttypen terug in de kopregel van de tabel.

De naam van het attribuuttype is veelal reeds benoemd in het semantisch gegevensmodel. In dat model zal in ons voorbeeld aan het beweringtype "persoon is op zijn thuisadres bereikbaar onder nummer telefoonnummer" de standaardnaam telefoon privé zijn toegekend. Diezelfde standaardnaam vinden we dan terug in het logisch gegevensmodel.

In de literatuur komt men in plaats van attribuuttype ook wel de termen kolomtype en kolomkop tegen.

Het attribuut

Een attribuut is de representatie van een eigenschap van een entiteit. In het voorbeeld is ‘productie-2’ een eigenschap van de entiteit Geert Dorst, namelijk de afdeling waar deze werkt. Ieder vakje in de tabel, met uitzondering van de tabelkop, is dus een attribuut.

De kolom

Een kolom in een tabel representeert alle attributen die behoren tot hetzelfde attribuuttype. In de voorbeeldtabel is de kolom met als titel 'kamernummer' zijn derhalve alle attributen van het attribuuttype kamernummer gerepresenteerd.

Naamgeving van de elementen van een tabel

Een tabel is een gestructureerde manier van het representeren van entiteitbeschrijvingen van een zelfde entiteittype. Een tabel krijgt de tabelnaam van het entiteittype uit het semantisch gegevensmodel dat wordt gerepresenteerd.

Een tabelrij (of kortweg rij) beschrijft precies één entiteit, ofwel is een entiteitbeschrijving. Iedere kolom in een tabel bevat de van alle in de tabel betrokken entiteiten de attributen van een zelfde attribuuttype. Het attribuuttype krijgt als naam de standaardnaam die is toegekend aan het overeenkomstige beweringtype uit het semantisch gegevensmodel.

 

Lees verder: Domeinen en formaten