Koppeling aan procesontwerp
Zoals we net zagen, wordt in het informatiemodel beschreven, welke gegevens in een proces gebruikt worden. Het model wordt gebaseerd op de procesbeschrijving die in het GPO (het globale procesontwerp) beschikbaar is (dient te zijn). In het globale procesontwerp is een beschrijving gemaakt van de in- en output van de processen en van de rapportage-items. In de besturingsanalyse (BA) vinden we een toedeling van de processen aan organisatieonderdelen; dit geldt zowel de uitvoering als de besturing. Pas bij het detailprocesontwerp wordt deze toedeling verbijzonderd tot het niveau van functionarissen.
In fase 1 van de projectfasering zijn we dus nog niet volledig in staat om de informatiemodellen voor functionarissen te maken. Toch is het nodig, de gegevens voor het totale proces, zoals deze in het semantische gegevensmodel worden beschreven, te funderen op de gebruiksbehoeften in de processen. Daarom maken we informatiemodellen per proces. Deze modellen worden aan de hand van drie vragen samengesteld:
- welke gegevens heeft het proces nodig uit zijn omgeving: deze kunnen afgeleid worden uit de relevante eigenschappen van de input en de trigger(s) van het proces en van de activiteiten in het proces;
- welke gegevens creƫert het proces: deze kunnen afgeleid worden uit de relevante eigenschappen van de output van het proces en van de activiteiten in het proces;
- waarover dient het proces te rapporteren: naast de in- en output van het proces en zijn activiteiten wordt hiervoor ook de throughput beschouwd.
Verder met Aspectkeuze
Terug naar Theorie Semantisch gegevensmodel