Eigenschappen, beweringen en gegevens

In het semantische gegevensmodel gaan we beschrijven welke soorten feiten relevant zijn bij de uitvoering van de bedrijfsprocessen.

Een feit is een toestand of een gebeurtenis die zich in de werkelijkheid voordoet.

Deze feiten zien we als eigenschappen van objecten en als relaties tussen objecten. We zullen zien, dat de meeste eigenschappen van objecten beschreven worden als relaties tussen objecten. Als we over de verzameling eigenschappen van één object spreken, verstaan we daaronder dan ook tevens alle relaties ervan met andere objecten.

Feiten beelden we af door middel van beweringen

Beweringen zijn zinnen die iets over een onderwerp stellen én niets meer doen dan dat.

Beweringen zijn daarmee zinnen die waar of onwaar zijn. Een bewering is waar, als de corresponderende toestand zich voordoet, dus een feit is.

Andere zinnen, zoals vragen en bevelen, zijn geen beweringen.

In onze context van gegevensmodellering noemen we alles wat over een object beweerd wordt een eigenschap van dat object. In onze relevante werkelijkheid beschrijven we de objecten door hun eigenschappen. Deze eigenschappen leggen we vast in de vorm van beweringen. Een administratie zal dus bestaan uit verzamelingen beweringen over objecten. De betekenis van elke bewering wordt gevormd door het feit dat ermee aangeduid wordt.

Na deze opmaat kunnen we definiëren wat we onder gegevens verstaan. We definiëren dit begrip als volgt:

Een gegeven is een waar geachte bewering.

Wat een bewering is hebben we gezien. Deze definitie stelt een beperkende voorwaarde om ook van een gegeven te kunnen spreken: de bewering moet waar geacht worden. Deze keuze heeft een pragmatische reden. Het zal duidelijk zijn dat beweringen onwaar kunnen zijn. In onze administraties willen we echter alleen beweringen opnemen, die feiten beschrijven. Immers, op grond van de informatie uit de administraties willen we beslissingen kunnen nemen (en acties kunnen ondernemen) zonder de werkelijkheid te hoeven raadplegen. Dat is juist de reden dat we administraties ontwikkelen.

Anderzijds weten we ook, dat niet altijd met zekerheid is vast te stellen of een bewering in onze administratie waar is. Als dat een harde eis zou zijn, zouden de administraties wel eens angstwekkend klein kunnen worden. We verzachten de waarheidseis daarom tot wat we menen dat waar is. Beweringen (gegevens) in onze administraties behandelen we vervolgens als de waarheid – totdat het tegendeel bewezen wordt; en dan proberen we zo’n ‘gegeven’ ook zo snel mogelijk uit de administratie te verwijderen.