De tekstuele weergave van het ontologisch model
Waar we met de grafische representatie van het ontologisch model vooral overzicht geven, geven we in de tekstuele weergave inzicht in de objecttypen.
Van elk objecttype wordt een aantal eigenschappen vermeld, inclusief de onderling relaties die ook uit de tekening afgeleid kunnen worden. De tekstuele documentatie dient volledig te zijn. Op basis ervan moet de grafische representatie gereconstrueerd kunnen worden.
Elk objecttype wordt met het volgende blok beschreven.
Objecttype | hier wordt de naam van het objecttype vermeld |
Definitie | de definitie van het objecttype in natuurlijke taal |
Toelichting | ruimte voor een toelichting op de definitie of anderszins, bijvoorbeeld de reden van onderkennen van het objecttype |
Formele specificatie | hier wordt het generieke verband met andere objecten gespecificeerd (specialisatie, classificatie, aggregatie, elementair object). Je kunt daarbij gebruik maken van de gepresenteerde formele specificatie |
Identificatie | hier wordt aangegeven welke eigenschap of welke combinatie van eigenschappen objecten binnen de verzameling uniek herkenbaar maken. Als deze eigenschappen niet aanwezig of kenbaar zijn, zal in de verdere inrichting van proces en administratie hiervoor een oplossing ontworpen dienen te worden (zoals op printplaten barcodes zijn aangebracht) |
Verwant aan | hier kun je objecttypen noemen, waarmee geen generieke relatie bestaat, maar die relevant zijn voor het op de juiste manier begrijpen van het objecttype |
Relevant voor | hier wordt de context (de bedrijfsfunctie) aangegeven waarbinnen het object een rol speelt |
Bron van de definitie | hier wordt aangegeven waar de definitie ontstaan is en wie verantwoordelijk voor de definitie is |
Referentie | documenten die bij de beschrijving van het objecttype gebruikt zijn. |